Leven in tijden van Corona

Leven in tijden van Corona ‘Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft.’ Romeinen 12: 15

april 2020

Wat betekent dit alles voor kinderen? Gewoontediertjes bij uitstek. Het ontgaat ze niet. Het kan ze ook niet ontgaan want ook hun leven staat op zijn kop. Onze ruim tweejarige kleindochter snapt niet wat er aan de hand is. ‘Jullie moeten stoppen met praten,’ hoorden papa en mama toen ze hun gesprek niet begreep. En opeens mag ze niet meer mee met papa boodschappen doen. En ze mag niet meer naar opa en oma. En ze mag niet meer met haar driejarig nichtje spelen. De meisjes missen elkaar. Daarom ging de driejarige dromen over haar nichtje, zei ze, net als mama in het verhaaltje had voorgelezen en ‘als de corona weg is, gaan we weer samen spelen.’

Het prikbord in de keuken hangt vol. Vol met tekeningen van de kleinkinderen. In het midden een tekening met een groot paars hart. ‘Hou vol’ staat erboven. Onderaan de tekening heeft onze oudste kleindochter haar naam geschreven, in het zoekende handschrift van een negenjarige. Ik ‘zie’ haar schrijven. Ingespannen, dicht op haar werk, puntje van haar tong eruit. Ontroerende, wijze tekst. Hou vol. Negen jaar… Worden kinderen wijzer, te wijs misschien van dit alles?

Maar net als bij ‘de grote mensen’ gaat ook het leven van (de meeste) kinderen ‘gewoon’ door. Ze maken schoolwerk en spelen. Soms zijn ze buiten in de tuin. En als het niet te druk is, spelen ze een poosje in de speeltuin. De tweejarige mag graag met haar loopfiets in de weer zijn. Mama houdt haar dan nauwelijks bij met de kinderwagen. Kleine, onbezorgde babybroer vindt alles goed, zolang hij zijn natje en droogje krijgt. Zijn lachje maakt het voor papa en mama een stuk gezelliger in deze verdrietige tijd.

‘Jullie moeten stoppen met praten,’ zei de tweejarige. Eigenlijk zei ze iets anders. Eigenlijk zei ze: ‘Ik begrijp het niet, wat is er aan de hand?’ Als we goed naar elkaar luisteren, ook tussen de regels door, begrijpen we meer dan er gezegd wordt.

We luisteren naar elkaar. We denken aan elkaar, misschien wel meer dan ooit. We denken aan de ouderen. We denken aan de kwetsbaren; kinderen en ouderen in verpleeghuizen. ‘Wij denken aan jullie,’ schreven kinderen met krijt op de stoep van de Blije Borgh, locatie Sophiastaete.

In de zomer van 2019 overleed mijn schoonmoeder. Ze was opgenomen in Swinhove op een gesloten afdeling. Het leven voelde leeg voor haar. Ze was altijd druk geweest met werk en zorgen voor anderen. ‘Ik leef nog maar half,’ zei ze een keer. Ze voelde zich niet meer thuis in haar eigen leven. Haar grote verdriet was zo invoelbaar… Soms probeerde ik haar met man en macht te overtuigen van haar zinvolle bestaan. Dat ze nog zoveel betekende voor ons allemaal, dat ze de spil van het gezin bleef.

Maar steeds vaker waren we samen stil, zaten we samen in de zon en begrepen we elkaar, zonder woorden.

 

‘Stilte is… als een diepe bron waaruit we levend water kunnen putten.’

uit: De stilte spreekt van: Tom Wright

 

Tineke Vroegindewij