Overdenking ds. Van der Wel zondag 9 mei

Preek n.a.v. Johannes 15, 9-17

Gemeente van Jezus Christus,

Net als vorige week lezen we vandaag uit het evangelie naar Johannes. Jezus spreekt afscheidswoorden en bindt zijn leerlingen op het hart wat belangrijk is, voor straks als hij niet meer bij hen is. Drie opvallende punten wil ik er uitlichten. Het gaat over liefhebben, over blijven en over verhoudingen die ondersteboven worden gekeerd.

Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief! Liefhebben als een opdracht, niet als een verzoek of iets dat je al dan niet overkomt, maar als een gebod. Wat een vreemde opdracht. Liefhebben associëren we met een gevoel, met iets dat je gebeurt, waar je gelukkig van wordt. Als het goed is, houd je van je familie, ook al zijn ze soms bijzonder, je bent met elkaar vergroeid, je hoort bij elkaar. En natuurlijk houd je van je vrienden. Je hebt ze immers zelf uitgekozen. Door de jaren heen heb je elkaars leven gedeeld en zo ben je steeds meer verbonden geraakt. Maar kun je ook van je collega’s houden, je buren, of de mensen uit de kerk? Of van iemand die je tegen komt op straat? Soms zal dat niet heel moeilijk zijn, als je je verwant voelt met elkaar, een bepaald gevoel voor humor herkent, of dezelfde normen en waarden deelt, als je ook gewoon vrienden had kunnen zijn.

Liefhebben is niet zo verschrikkelijk moeilijk als je de ander sympathiek en aardig vindt, of als je veel gemeenschappelijks hebt. Maar wat als je die ander niet zelf hebt uitgekozen en er niet een vanzelfsprekende klik is? Als die ander je irriteert of ergert. Moet ik dan toch van hem of haar houden? En hoe doe je dat? Ik kom hier aan het eind van de preek nog op terug, want  ik wil eerst een ogenblik kijken naar de beide andere punten, die ons vast op weg helpen.

Blijf in mijn liefde, zegt Jezus tot zijn leerlingen. Dat blijven zette me aan het denken. Juist in een tijd waarin veel aandacht is voor mobiliteit en beweging viel me die nadruk op het blijven in de liefde en in de verbinding met de Eeuwige op. Het gaat blijkbaar om een lange adem hebben, om geduld en uithoudingsvermogen. Geloven en liefhebben zijn geen zaken die je even op een achtermiddag doet, maar worden een integraal deel van je leven. Het hoort bij je, het is een blijvende ondertoon bij alles wat je doet. Ik moest denken aan een verhaal dat ik ooit van een oude monnik hoorde. Hij vertelde dat er lange periodes in zijn leven waren waarin hij niets van God merkte of voelde. Waarom dan toch blijven bidden en zoeken? Waarom het geloof niet achter je laten? Hij antwoordde dat er ergens in de woestijn ook altijd momenten waren waarop hij zich gedragen wist, liefgehad. Er waren ook kleine oases.

Jesaja zegt het nog scherper: U bent een God, die zich verborgen houdt. God ligt niet voor het oprapen als een antwoord op al onze vragen. Hij is niet zomaar aanwijsbaar in de chaos van het leven. Maar ergens hoor je een stem, wordt er gesproken, waait er een frisse wind door het huis, wordt er een vuurtje in je ontstoken. Al moeten we nog even wachten tot het pinksterfeest om dat te vieren. Jesaja wist van godverlatenheid en angst, van een leven in ballingschap, zonder vrij zicht op de toekomst. En is het niet juist Jesaja die de bannelingen aanspoort te blijven, een leven op te bouwen, te blijven, het heil te zoeken voor de plaats waar ze zijn gesteld!

Blijven en het uithouden. Niet wegrennen als het moeilijk wordt en we even geen antwoord weten op de vragen van een naaste. Niet wegrennen als de kerk minder leuk lijkt dan vroeger. Niet vluchten als het verdriet van de ander pijn doet en je geen antwoord meer weet. Ik ben steeds meer gaan geloven in de kracht van het uithouden met elkaar, van het blijven, van het durven te kiezen voor solidariteit, van eenvoudigweg naast de ander blijven staan.

Jezus geeft het voorbeeld. Hij kiest ervoor alle verhoudingen ondersteboven te keren. Hij is niet hun meester, maar hun vriend, zij zijn elkaars gelijken, elkaars naasten geworden. Een slaaf wordt niet gehoord, hoeft geen uitleg te krijgen over de wetten die zijn meester hem oplegt. Zo is de verhouding tussen Jezus en zijn leerlingen, tussen God en mensen niet. Hij noemt ons zijn vrienden, de mensen naar zijn beeld en gelijkenis. Een liefde die bereid is het eigen leven te geven voor de ander, kan niet anders dan wederzijds zijn en in vrijheid aan elkaar geschonken.

Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad moeten jullie elkaar liefhebben. Hoe je dat doet? Misschien wel heel eenvoudig door ruimte te maken voor de ander. Door die ander te zien als een geliefd kind van God, door degenen die naast je staat het licht in de ogen te gunnen, zoals ook jijzelf verlangt naar licht voor je leven.

Lieve gemeente,

We hebben elkaar niet als vrienden uitgekozen, maar zijn door Jezus als zijn vrienden ook aan elkaar toevertrouwd. Hij daagt ons uit, het uit te houden met elkaar in goede en kwade dagen. Om elke keer weer voor elkaar te kiezen. Om antwoord te geven op die vraag die bij het begin van de schepping al aan ieder mens wordt gesteld. Mens, waar is je broeder, waar is je zuster?

Alleen in solidariteit en aan elkaar verbonden kan deze wereld leefbaar zijn. Dan wordt de woestijn een groene oase. Waar brood en wijn wordt gedeeld, wordt de chaos bedwongen.

Als we straks, weliswaar op afstand hier en thuis de matses en de wijn delen, zeggen we daarmee dat we aan elkaar zijn toevertrouwd. We nemen een voorproefje op Gods koninkrijk en beloven elkaar dat rijk van vrede en gerechtigheid te delen met wie er op onze weg komen. Want we weten van liefde die sterker is dan de dood, en van een aarde die niet als chaos is geschapen, maar als een huis om te bewonen, voor alle mensen.

Met elkaar

Dat was toen, daar.

Ik weet nog dat ik dacht:

Als het ergens is, is het hier,

Als het ooit is, is het nu.

Dit is de plek waar God zou willen wonen.

Van mij mag hij zo aanschuiven.

Hier geeft de Heer zijn zegen.

 

Karel Eykman bij psalm 133

Amen.